Dwayne Beckers
Afgelopen april is in het Historiehuis in Roermond een nieuwe wisseltentoonstelling geopend, ‘Stroomafwaarts’. In deze tentoonstelling maakt de bezoeker een reis door de eeuwen heen langs nieuwe en oude vondsten gedaan in de Maas. De tentoonstelling start met een reis langs enkele historische Maasvondsten, zoals een Romeinse tempelsteen die in 1963 is gevonden tijdens baggerwerkzaamheden ten westen van de stad. Vervolgens loopt de bezoeker langs vondsten die recentelijk gedaan zijn, zoals plastic aanstekers en schoenen die gevonden zijn na de overstromingen van 2021. Daarbij wordt men uitgenodigd door een archeologische bril naar deze spullen te kijken. Wat kunnen we leren van deze materialen en wat vertellen ze over onze eigen maatschappij? En kunnen we deze spullen wel zomaar als afval zien, zoals meestal wordt gedacht? Het antwoord is wellicht voor iedereen anders en de bezoeker wordt dan ook gevraagd om mee te denken over een aantal getoonde objecten en hun visie daarop te delen. De tentoonstelling is een van de eerste die gewijd is aan dergelijke recente vondsten in archeologisch perspectief.
De expositie ‘Stroomafwaarts’ is nog tot het einde van dit jaar te bezoeken (foto: Mees Claessen).
Materiële gevolgen van klimaatverandering
Omdat de spullen die langs de Maas gevonden worden vaak meegesleurd zijn tijdens overstromingen, vormen deze objecten een zeer tastbare en bijna meetbare weerslag van klimaatverandering. De kans op extreem hoge waterafvoer via de grote rivieren neemt naar verwachting de komende tijd sterk toe, met als logisch gevolg een toename in het aantal meegevoerde objecten. Om een voorbeeld te noemen, in een van de verwachte scenario’s zal de Rijn afvoerpieken tussen 14.000 en 15.000 m3 per seconde drie keer zo vaak voorkomen in 2050 dan op dit moment het geval is. Ook zullen overstromingen als gevolg van (intense) neerslag veel vaker voorkomen. Een voorbeeld van een afwijkende overstroming vond plaats in de zomer van 2021, toen vooral in beekdalen in België, Duitsland en Nederland grote schade werd aangericht door extreme regenval. Dit zorgde voor een flinke afvoerpiek in de Maas, waardoor grote delen van deze rivier overstroomden. Nadat het water weer gezakt was, waren de oevers van de Maas bezaaid met spullen die uit die beekdalen waren meegevoerd. Lang niet altijd ‘afval’ dus.
Niet alle spullen in de Maas zijn bewust weggegooid, een schoen verlies je bijvoorbeeld niet zomaar (foto: auteur).
Archeologie als instrument in de klimaatstrijd
Archeologische methoden en technieken kunnen ons dus laten zien dat dit ‘afval’ niet altijd door consumentengedrag in de natuur terecht komt, zoals in het geval van de overstromingen. En als het wel met enige zekerheid om weggegooid materiaal gaat, zoals wegwerpaanstekers, kunnen we ons afvragen of het probleem misschien ook kan liggen bij de goedkope productie van wegwerpmaterialen. Daar verdient de industrie namelijk veel geld mee en het zet deze producten met allerlei slimme trucjes in de markt. Misschien kunnen we zelfs concluderen dat die ‘afvalstromen’ in de rivier pas stoppen als er geen motieven meer zijn om zoveel mogelijk winst te maken ten koste van de natuur en het klimaat, als het leven van deze spullen dus stopt bij de voorkant in plaats van dat het op een verantwoorde wijze wordt afgedankt.
Het aantreffen van ‘niet-afval’, spullen waar mensen waarschijnlijk waarde aan gehecht hebben voordat ze door het water werden meegevoerd, confronteert de bezoeker met het feit dat de effecten van klimaatverandering niet ver van de dagelijkse realiteit af staan en ‘echte’ materiële gevolgen hebben. Dat deze gevolgen dus niet alleen in andere werelddelen voelbaar zijn, waar de rampen door klimaatverandering zorgen voor onleefbare omstandigheden en mensen direct in hun levensonderhoud bedreigen, maar ook in onze directe omgeving effect hebben. Archeologische methoden, zoals het registreren en onderzoeken van die objecten als vondstmateriaal, kunnen dus bijdragen aan een beter begrip van de problematiek, en nuances leggen waar die nodig zijn om het probleem effectief aan te kunnen pakken.
Boterkuipjes en massaproductie
In de tentoonstelling worden diverse voorbeelden van meegespoelde objecten getoond, waaronder twee stapels lege plastic boterkuipjes. Onder de spullen die na de overstromingen van 2021 overal langs de oevers werden gevonden, tot aan de Biesbosch aan toe, bevond zich een groot aantal van die kuipjes die afkomstig waren van een fabriek in een van de getroffen beekdalen in België. Van deze kuipjes zijn tijdens opruimacties duizenden exemplaren gevonden, duidelijk geproduceerd voor distributie in verschillende delen van de wereld. Deze brede variatie aan kuipjes, die toch van dezelfde fabriek komen, laat ons zien dat het probleem ook wel eens aan de kant van de producent kan zitten: waarom is het nodig dat boterkuipjes geproduceerd en gevuld worden in België, terwijl er in Griekenland net zo goed boter geproduceerd wordt? Kunnen we boter niet veel beter in glazen of metalen kuipjes stoppen? En wat betekent deze massaproductie voor de natuur en wat zijn de gevolgen voor het klimaat? Aangezien de productie van plastic verpakkingen in alle stadia zeer vervuilend is als het gaat om uitstoot en verbruik van grondstoffen, kunnen we wel zeggen dat het in elk geval niet veel goeds kan betekenen. In zekere zin is het daardoor een ultieme paradox: een van de veroorzakers van klimaatverandering die zelf slachtoffer wordt van een gevolg van klimaatverandering, waardoor weer enorme hoeveelheden plastic terechtkomen in de natuur. Het laat ons zien hoe zelfdestructief onze economische en maatschappelijke systemen kunnen zijn. En de boterkuipjes uit de Maas zijn er een tastbare weerspiegeling van.
Boterkuipjes uit België voor alle delen van de wereld (foto: auteur).
Tentoonstelling nog te zien tot en met december 2023
De tentoonstelling ‘Stroomafwaarts’ is nog te zien tot het einde van het jaar. Bezoeken kan tijdens de openingstijden van de Bibliotheek Bibliorura. De toegang is geheel gratis.