
Karsten Lehmann
Archeoloog bij de gemeente Den Haag
There is a curse: May you live in interesting times
We bevinden ons in een periode van klimaatverandering, met uiteenlopende en soms tegenstrijdige gebeurtenissen en effecten. Het klimaat warmt op, maar er zijn ook perioden van extreme kou. En de veranderingen verlopen zowel traag als snel. Wetenschappelijk gezien kunnen we deze ontwikkelingen verklaren en erop reageren. Maar wat gebeurt er met gemeenschappen die hier niet op voorbereid zijn? Zijn er historische en archeologische voorbeelden van dergelijke situaties? Hoe reageerden samenlevingen destijds op klimaatveranderingen?
Klimaatverandering is een lastig ding
We leven in tijden waarin het klimaat aanmerkelijk verandert. Wij Noordwest-Europeanen zijn ons hiervan soms niet volledig bewust. We zijn aan deze veranderingen gewend geraakt. Stiekem waarderen we de warme temperaturen zelfs wel. Dit verklaart waarom we het jaar 2021 als relatief koud ervoeren. Echter, zo koud was dat jaar niet: in de twintigste eeuw waren er slechts vier jaren met een gemiddelde temperatuur warmer dan die van 2021. Alle andere 89 jaren (de statistiek begint in 1907) waren kouder. De vier warmere jaren – 1989, 1990, 1994 en 1999 – bevinden zich ook aan het einde van die eeuw. De trend is duidelijk.

Afb. 1 Gemiddelde jaartemperatuur in Nederland (bron KNMI).
We zijn warmteliefhebbers
We zijn warmteliefhebbers en wie het zich kan veroorloven brengt de zomervakantie door in het zuiden. Als we naar de historische data kijken, zien we dat we niet de eerste samenleving zijn die met opwarming van het klimaat van doen heeft. Ook het Romeinse klimaatoptimum en het middeleeuwse klimaatoptimum waren warme perioden. En het lijkt alsof de mens in de warmte tot bloei komt. In beide warme perioden zagen we ook een enorme bevolkingsgroei.[1]
Helaas zijn wij deze ‘optimale’ zone al gepasseerd – ergens tussen 2000 en 2015 – en begeven we ons nu op onbekend terrein waarin we niet weten wat de gevolgen van de verdere opwarming zijn. Dit voorspelt niet veel goeds, maar daarover is vast al in een ander blog geschreven.
Winter is coming
Beide historische optimale perioden worden gevolgd door koude perioden: de Laatantieke Kleine IJstijd (circa 530-700 na Chr.) en de zogenaamde Kleine IJstijd (circa 1300-1850 na Chr.). Beide koude perioden roepen discussies op over het begin ervan, maar de gevolgen zijn duidelijk. Verminderde oogsten, honger, ziektes, oorlog, migratie en pandemieën leverden enorme stress op en raakten de bevolking. Alleen al de pest van 1347-1351 heeft een derde tot de helft van de Europese bewoners als slachtoffer geëist. Interesting times indeed.
Wat is normaal?
Het lijkt erop alsof de hele geschiedenis uit een afwisselende reeks van perioden van bloei en neergang bestaat. Het plaatje verandert ook niet als we de temperatuurcurve van Groenland voor de afgelopen 10.000 jaren bekijken.[2] Het hele diagram bestaat uit veranderingen, een constante afwisseling tussen warm en koud. Betekent dat ook dat de bevolkingsontwikkeling iedere keer omhoog en omlaag ging? Als dat zo is, hoe krijgen we deze veranderingen te pakken? Hoe vertalen we de curve uit Groenland naar archeologie?
[1] Rösener 2010; Harper/McCormick 2019.
[2] Wanner et al. 2011.

Afb. 2 Gemiddelde temperatuurafwijking vastgelegd in de ijsboorkern GISP2 in Groenland op 300 jaar gemiddeld (bron Wanner et al. 2011).
Change is everything
De archeologie werkt op zijn best als we veranderingen kunnen opsporen. Als alles hetzelfde is, vinden we het heel lastig om iets te herkennen. Daarom moet het toch mogelijk zijn deze reeks aan veranderingen op te sporen! En ja, het lijkt erop dat we in Den Haag en omgeving vele klimaatontwikkelingen ook in de landschapsontwikkelingen terug kunnen zien. Correlerende dateringen van overstromingen, veengroei en stuifzandlagen tonen dit aan. Waarschijnlijk is dat zelfs het geval voor een groot deel van het Holocene landschap in West-Nederland. Dat zou een nieuwe en grote bron van informatie kunnen zijn. Nu is het alleen de vraag of we deze patronen goed aan de archeologische data kunnen koppelen.
Each crisis is different and all crises are the same
Veranderingen gedurende het neolithicum in bewoningspatronen en bevolkingsontwikkelingen kunnen we in Den Haag en omgeving correleren met klimaatveranderingen. Ook krijgt iedereen een soort van deja vú als men naar de neolithische bewoningsontwikkeling in de vierde en in het derde millennium kijkt. In beide perioden is een bewolkingsgroei tijdens een warme periode herkenbaar, gevolgd door een afname of zelfs een hiaat in bewoning tijdens een koude periode.[1]
[1] Stokkel 2017; Kooistra et al. 2024.

Afb. 3 Klimaatmodel op basis van de data van Den Haag en omgeving en ontwikkeling van het aantal steentijdvindplaatsen uit dezelfde regio.
Sterker nog, deze ontwikkelingen correleren niet alleen met de data uit Nederland, maar ook met regio’s in Scandinavië, Duitsland, Tsjechië en Zwitserland.[1] Het is dan ook niet zo verbazingwekkend, tonen onderzoeken aan, dat klimaatveranderingen invloed hebben op bevolkingsontwikkeling.[2]
Warme fasen worden dus vaak met bevolkingsgroei verbonden en koude fasen met een -afname. Koude fasen zijn voor ons op dit moment makkelijker te ontdekken, bijvoorbeeld door veengroei en overstromingen. Ook wordt meer en meer duidelijk dat afkoeling vaker met epidemieën samen gaat.[3] Misschien moeten we in deze richting denken als we naar de koude perioden en de bevolkingsdaling vanaf 3.550 BC en vanaf 2.750 BC kijken. In 2024 werd voor het eerst bevestigd dat de Yersinia pestis bacterie in Zuid-Scandinavië endemisch was vanaf 3.550 BC en verantwoordelijk was voor de bevolkingsdaling.[4]
Crisis? What crisis?
De mens is niet altijd en overal machteloos tegenover klimaatverandering. De mens leert uit het verleden. Innovatie en veranderingen in techniek, methodes, infrastructuur en opslag van voedsel verbeteren de mogelijkheden te reageren en vergroten de flexibiliteit en veerkracht van samenlevingen.
Blijkbaar leven we altijd in interessante tijden. Door veranderingen in ons gedrag en aanpassingen aan het klimaat hoeft dat geen vloek te zijn. Maar we moeten wel actie ondernemen!
[1] Magny/Haas 2004; Feeser et al. 2019; Bunbury et al. 2023; Großmann et al. 2023.
[2] Wirtz et al. 2024.
[3] Zonneveld et al. 2024.
[4] Seersholm et al. 2024.

Afb. 4 Windmolens – een van de mooiste reacties op veranderingen.
Literatuur
Bunbury, M.M.E./K.I. Austvoll/E.K. Jørgensen/S.V. Nielsen/J. Kneisel/M. Weinelt, 2023: Understanding climate resilience in Scandinavia during the Neolithic and Early Bronze Age, Quaternary Science Reviews 322, 108391.
Feeser, I./W. Dörfler/J. Kneisel/M. Hinz/S. Dreibrodt, 2019: Human impact and population dynamics in the Neolithic and Bronze Age: Multi-proxy evidence from north-western Central Europe, The Holocene 29, 1596-1606.
Großmann, R./M. Weinelt/J. Müller, 2023: Demographic dynamics between 5500 and 3500 calBP (3550–1550 BCE) in selected study regions of Central Europe and the role of regional climate influences, (P.F. Biehl, Red.)PLOS ONE18, e0291956.
Harper, K./M. McCormick, 2019: Reconstructing the Roman Climate, The Science of Roman History, 11-52.
Kooistra, L.I./C. Vermeeren/S. Bloo/J. Van Dijk/L. Van den Dikkenberg/R. Houkes/L. Kubiak-Martens/C. Rieffe/A. Verbaas/J. Van Zoolingen, 2024: Voedselvoorziening en landgebruik in Den Haag in het neolithicum (4000-2000 v. Chr.), Den Haag (Haagse Archeologische Rapportage 2414).
Magny, M./J.N. Haas, 2004: A major widespread climatic change around 5300 cal. yr BP at the time of the Alpine Iceman, Journal of Quaternary Science 19, 423-430.
Pratchett, T., 1994: Interesting Times: a discworld novel, London.
Rösener, W., 2010: Landwirtschaft und Klimawandel in historischer Perspektive, Aus Politik und Zeitgeschichte (APUZ) 5-6.
Seersholm, F.V./K.-G. Sjögren/J. Koelman/M. Blank/E.M. Svensson/J. Staring/M. Fraser/T. Pinotti/H. McColl/C. Gaunitz/T. Ruiz-Bedoya/L. Granehäll/B. Villegas-Ramirez/A. Fischer/T.D. Price/M.E. Allentoft/A.K.N. Iversen/T. Axelsson/T. Ahlström/A. Götherström/J. Storå/K. Kristiansen/E. Willerslev/M. Jakobsson/H. Malmström/M. Sikora, 2024: Repeated plague infections across six generations of Neolithic Farmers, Nature 632, 114-121.
Stokkel, P.J.A., 2017: Datering en Fasering, in: P.J.A. Stokkel/E.E.B. Bulten (red.), De Wateringse Binnentuinen Gemeente Den Haag: een Vlaardingennederzetting in het Wateringse Veld, Den Haag (Haagse Oudheidkundige Publicaties 20), 272-280.
Wanner, H./O. Solomina/M. Grosjean/S.P. Ritz/M. Jetel, 2011: Structure and origin of Holocene cold events, Quaternary Science Reviews 30, 3109-3123.
Wirtz, K.W./N. Antunes/A. Diachenko/J. Laabs/C. Lemmen/G. Lohmann/R. McLaughlin/E. Zorita/D. Gronenborn, 2024: Multicentennial cycles in continental demography synchronous with solar activity and climate stability, Nature Communications 15, 10248.
Zonneveld, K.A.F./K. Harper/A. Klügel/L. Chen/G. De Lange/G.J.M. Versteegh, 2024: Climate change, society, and pandemic disease in Roman Italy between 200 BCE and 600 CE, Science Advances 10, eadk1033.